Sferen

Leiden, the Netherlands
20 May 2021 - 8 August 2021
Outdoor sculpture exhibition in the city center of Leiden
With newly commissioned works by Maud van den Beuken, Lungiswa Gqunta, Jason Hendrik Hansma, Vibeke Mascini, Thomas Swinkels and Riet Wijnen

Maud van den Beuken, Groot Water (Big Water), 2021. Foto: LNDWstudio.

Nachtvlinders, rivierbeddingen, de Japanse Duizendknop en de bron van de Mississippi… De zes kunstenaars van de beeldenroute Sferen maken met hun werk de toeschouwer bewust van zijn relatie tot de natuurlijke en stedelijke omgeving. Met hun sculpturen en installaties brengen de kunstenaars verbindingen aan tussen de fysieke, geleefde omgeving en onze verbeelding. Ze stellen ons vragen over de conservering van het landschap, invasieve fenomenen en geborgenheid. Ze laten ons nadenken over sociale ongelijkheden, de vorming van grenzen en ze stellen onze logica op de proef. Wat de kunstenaars kenmerkt is een heldere beeldtaal, geankerd in de geschiedenis van de abstracte kunst, en een conceptuele benadering van ruimte. Met hun werk verkennen zij de randen van wat sculptuur kan zijn. Voor deze deelnemers aan de jubileumeditie van Beelden in Leiden is het de eerste keer dat zij hun beelden in de publieke ruimte tonen of op grotere schaal werken. 


De Hooglandse Kerkgracht en omgeving — het werk van Vibeke Mascini is geïnstalleerd in de binnentuin van bibliotheek BplusC aan de Nieuwstraat — vormen een podium voor zes beelden en sculpturale installaties, die ons laten zien hoe kunst kan infiltreren in het alledaagse en alternatieve denkbeelden kan aanreiken. Hiermee ontstaat met Sferen een associatieve verbinding met Leiden als kennisstad. De zes kunstenaars laten ons als toeschouwer zien dat de openbare ruimte veranderlijk is; een in tijd en ruimte uitdijend volume. Haar inhoud wordt mede bepaald door onder andere historische feiten, toekomstdromen, geologische veranderingen en sociale en politieke trauma’s. Met de beeldententoonstelling Sferen richten wij ons op een verkenning van deze onvoorspelbare volumes. 


Vibeke Mascini, Instar, 2021. Foto: LNDWstudio.

Voor het samenstellen van de selectie van kunstenaars voor Sferen heb ik gekeken naar hoe beeldhouwkunst in de openbare ruimte in Leiden een verrassende relatie kan aangaan met literatuur, modernisme en wetenschap — belangrijke ingrediënten die de stad hebben gevormd tot wat die is. Terwijl ik nadacht over de aanpak voor de beeldenroute, bezocht ik een tentoonstelling van Einsteins handgeschreven brieven en notities in Museum Boerhaave. De wetenschapper had een bijzondere band met de stad. Toch was het niet Einstein zelf, die me het meest is bijgebleven van de presentatie in het museum. Mijn oog viel op zijn correspondentie met de voor mij volstrekt onbekende fysica en wiskundige Tatiana Afanassjewa, die in 1912 met haar man naar Leiden verhuisde. Terwijl haar collega’s zich stortten op de quantummechanica en relativiteitstheorie, richtte Afanassjewa zich op entropie, de mate van wanorde in complexe systemen, zoals gas, en het beschrijven van een meer intuïtieve benadering ruimtelijke concepten en fenomenen. Einstein, die erom bekend staat over het algemeen niet al te veel respect voor vrouwen te koesteren, raakte onder de indruk van Afanassjewa’s ideeën en standvastigheid. 


De stad is een complex systeem met een hoge mate van entropie, gekenmerkt door voortdurende veranderingen van de geleefde omgeving. In het stedelijke vormen zich dynamische leefruimtes, waarbinnen mensen elkaar ontmoeten of zich terugtrekken. De stad is een samenstelling van individuele en sociale sferen, die ons omringen en ons voorzien van ruimtes vol betekenissen. Deze sferen, die ons omringen en ons voorzien van ruimtes vol betekenissen, vormen samen onze stad. De beeldenroute Sferen vertrekt vanuit het idee dat de manier waarop wij ons tot de omgeving verhouden in de eerste plaats ruimtelijk is. Een ‘sfeer’ is zowel een gedeeld gevoel als een meetkundige figuur. Zowel de ruimte zélf als de betekenis die wij eraan geven.


In Leiden continueert Maud van den Beuken haar interesse in de grenzen tussen land en water en de conservering van het landschap. In haar werk onderzoekt Van den Beuken de fysieke relatie tussen de mens als volume in verhouding tot de geografische ruimte waarin deze zich bevindt. Hoe ontstaat extreem weer en welke impact hebben droogte en overstroming op ons landschap? Haar sculptuur Groot Water (2021) is ontstaan naar aanleiding van twee reizen waarbij de kunstenaar twee rivieren te voet volgde: de Kaveri in India en exact aan de andere kant van de aarde, op dezelfde breedtegraad, de Mississippi in de Verenigde Staten. Bij aankomst bij de Kaveri bleek de gehele rivier geen water meer te bevatten door aanhoudende droogte. De Mississippi heeft juist een te grote hoeveelheid aan water; het waterpeil toont een aanhoudende stijging. Van den Beuken scande samen met bagger- en off-shore bedrijf Van Oord een dwarsdoorsnede van het brongebied van de Mississippi in door middel van sonartechniek. Haar sculptuur in Leiden toont op ware grootte het watervolume van de bron van de Mississippi, alsof ze deze zelf heeft meegenomen.


Lungiswa Gqunta, A dream whispered to the rivers, 2021. Foto: LNDWstudio. 

Lungiswa Gqunta creëert sterk zintuiglijke, ruimtelijke ervaringen om de sociale ongelijkheden en vormen van onderdrukking en geweld in Zuid-Afrika te benoemen, een erfenis van zowel patriarchale overheersing als kolonialisme. Ondanks haar conceptuele benadering gebruikt ze in haar werk vaak herkenbare materialen: gebroken glas, lege bierflessen, benzine, gescheurde lakens, versleten houten bedframes, prikkeldraad en hier, in Leiden, verroest staal. De kunstenaar gebruikt deze emotioneel geladen materialen met groot effect, waarbij tegelijkertijd de potentiële dreiging van geweld en de nasleep ervan aanwezig zijn in haar werk. Vaak maakt een zekere spanning onderdeel uit van het werk, wanneer de toeschouwer zich realiseert hoe bepaalde materialen op een ander manier kunnen worden gebruikt. Sommige van haar werken bevatten materialen die als wapen of explosief kunnen worden ingezet. Dat is hier in Leiden niet het geval, maar de kunstenaar is er wederom in geslaagd om een gelaagdheid aan te brengen in haar materiaalkeuze. Voor Sferen realiseerde Gqunta A dream whispered to the rivers (2021), een nieuw werk van staal dat door de tijd heen verroest en hierdoor een haast landschappelijk patroon ontwikkelt. Haar installatie verwijst zowel naar een rivierbedding als een bed, beide plekken van rust of trauma. De natuur is niet alleen om van te genieten, maar levert ook gevaren op voor de lokale bevolking. “Thuis” is niet alleen een plek voor geborgenheid, maar ook van strijd.


Jason Hendrik Hansma, Untitled (Traverse),2021. Foto: LNDWstudio.

Voor Jason Hendrik Hansma speelt het begrip van de ‘tussenruimte’ — een plek waar iets gebeurt wat nog niet is gearticuleerd — een sleutelrol in de beschouwing van hoe ons lichaam zich zowel esthetisch als politiek verhoudt tot digitale en analoge ruimtes. Hoe vormen grenzen zich tussen verschillende sferen? Vanuit het werken met een een breed palet van verwijzingen en de veranderlijke eigenschappen van verschillende materialen, verhoudt zijn werk zich tot architecturale, culturele en fysieke standaarden en het doorbreken van normen. In zijn werk speelt taal en het verlies van taal een centrale rol, om een nieuw perspectief te werpen op hoe we onszelf positioneren ten opzichte van, en tegenover elkaar. In Leiden toont de kunstenaar een nieuwe serie van werken: in beton gegoten en daarna met de hand gepolijste afgietsels van gestandaardiseerde deurposten, geïnstalleerd op de stoepen van bewoners in de omgeving van de Hooglandse Kerkgracht. De deurposten hebben hun functie verloren en markeren in hun nieuwe gedaante en positie de ruimte tussen publieke en privé ruimte. Zonder inkepingen voor scharnieren of sloten, vormen ze drempels om te verleggen, standaarden om te bevragen. 


‘Ik ben geboeid door hoe we grip proberen te krijgen op iets ongrijpbaars’, zegt Vibeke Mascini, die zich in haar werk richt op situaties waarin systemen haperen en rechtmatigheden wankelen. Voor haar deelname aan Sferen werkte de kunstenaar haar doorlopende onderzoek naar energie-omzetting verder uit, onder andere tijdens een werkperiode bij Museum Boerhaave. Elektriciteit werd in de pre-moderne tijd beschouwd als een heilig fenomeen, een soort geest die materie ‘bezielt’. De afgelopen jaren richt Mascini zich in haar werk op zowel historische als meer futuristische concepten van elektriciteit, om de energetische relatie tussen ons en onze omgeving te doorgronden. In vaak langdurige samenwerkingen met wetenschappers, ingenieurs, overheidspersoneel en muzikanten werkt ze aan sculpturen, installaties, video's en teksten die het begrip van elektriciteit herijken. Kilo’s cocaïne, tijgerhuiden en andere zaken die zijn onttrokken aan de markt worden door de overheid verbrand en zo ontmanteld tot grondstof: energie. Dit gegeven vormt voor Mascini aanleiding voor de energetische installatie die te zien in de binnentuin van bibliotheek BplusC aan de Nieuwstraat. Instar (2021) brengt op energie van verbrande geconfisqueerde goederen cocons van nachtvlinders tot ontpoppen. Met Instar realiseert Mascini haar eerste werk in de open lucht, op een schaal die de wijde omgeving beïnvloedt en uiteindelijk onnavolgbaar wordt. Na het ontpoppen vliegen de nachtvlinders uit en worden zo weer onderdeel van de openbare ruimte van Leiden en omgeving.


Thomas Swinkels, Wardian Cage, 2021. Foto: LNDWstudio.

Thomas Swinkels is geïnteresseerd in invasieve fenomenen in onze stedelijke omgeving. Vanuit een haast antropologisch perspectief onderzoekt en observeert Swinkels zowel natuurlijke als door de mens gemaakte structuren en hoe deze naar zijn hand te zetten, waarbij de spanning tussen herinnering en veranderlijkheid centraal staat. De kunstenaar reageert veelal op aanwezige elementen uit de omgeving waarin het werk te zien is en zoekt hierbij de grenzen van de formele kenmerken van sculptuur en de mogelijkheden van documentatie op. Voor Sferen volgde Swinkels zijn interesse in de levensloop van de Japanse Duizendknoop. Deze sterk woekerende plant nam Von Siebold rond 1830 mee naar Leiden. Hij stuitte op de gelijkenissen tussen hedendaagse transportcontainers en 19de-eeuwse zogenaamde Wardian cases; mobiele terraria die werden gebruikt voor de bescherming van buitenlandse planten die overzee naar Europa werden gebracht. Met de komst van de Wardian case zijn de samenstelling van onze flora en fauna voorgoed veranderd. Door de uitwisseling van een bloemen en planten, maar ook handelswaren als rubber, bananen, thee en ingrediënten voor medicijnen, heeft de eenvoudig ogende Wardian Case een onuitwisbare invloed op onze wereldwijde omgeving gehad. Met Wardian Cage (2021) reflecteert de kunstenaar op deze invasieve infrastructuur, die een direct gevolg is van processen van kolonialisme en imperialisme. Onze huidige manieren van transport zijn, goed bekeken, niet veel veranderd. Een blokkeerschip in het Suezkanaal en een wereldwijd tekort aan zeecontainers en vrachtschepen laten zien hoezeer wij afhankelijk zijn geworden van extreme vormen van consumentisme.


Riet Wijnen, ten slotte, legt in haar teksten, tekeningen, prints en sculpturen verbanden tussen abstractie, waarneming, taal en structuur: meestal via de reconstructie van een verhaal, biografie of specifiek verleden. In 2015 startte de kunstenaar de cyclus Sixteen Conversations on Abstraction, waarin zij fictieve gesprekken schrijft tussen vergeten of ondergewaardeerde, vaak vrouwelijke figuren uit de geschiedenis van de abstracte kunst en de wetenschap. Deze gesprekken resulteren in een meetkundige vormentaal die vervolgens door de kunstenaar via een zelf ontwikkelde logica ruimtelijk wordt vertaald. Haar sculptuur in Leiden maakt onderdeel uit van deze cyclus en haar werk is hiermee voor het eerst in de openbare ruimte te zien. In Leiden toont Wijnen een werk in vier delen, dat balanceert tussen sculptuur en meubelstuk: (Play) Furniture Sixteen Conversations on Abstraction: Locations (zitten = kijken / lezen / horen) (2021). Het publiek kan zich fysiek tot haar sculptuur verhouden en er gebruik van maken, door erop te zitten, aan te hangen of in te klimmen. In haar werk wordt de suggestie gewekt dat een logica aanwezig is, hoewel deze niet direct toegankelijk is. De toeschouwer kan in plaats van te kijken naar of te lezen over abstractie, de betekenis van dit gedachtengoed ervaren met het lichaam. De sculptuur vormt hiermee een alternatief kennissysteem. Met het balanceren tussen informatie en abstractie wijst Wijnen ons erop dat taal een kunstmatig systeem is, zowel een hulpmiddel als een structuur die we belichamen en bewonen alsof het een onderdeel van onszelf is.


Riet Wijnen, (Play) Furniture Sixteen Conversations on Abstraction: Locations (zitten = kijken / lezen / horen), 2021. Foto: LNDWstudio.