Geloof niet wat je ziet door Hans Beerekamp
Kunst in een krantenomgeving, uitnodigingen verstuurd per papieren vliegtuigje. Dagbladvormgever Jan Paul van der Wijk die laat zien hoe de pagina’s van de zaterdagkrant een etage hoger vorderen en die op verzoek van de aanwezigen bij Lost & Found een klein geheim spoortje op de voorpagina achterlaat. Ssst, niet verder vertellen! De ontmoeting tussen de immer de waarheid najagende wereld van de journalistiek en de wereld van de illusie was spannend, maar soms problematisch. Niet altijd vallen schoonheid en waarheid samen, immers.
Performancekunstenaar Hamid el Kambouhi ratelt met veel Engelse woorden als een beat poetuit de jaren 60: Johnny the Selfkicker all over. Het publiek moet gaan staan in stilte en met zijn vingers knippen voor de soundtrack met een niet nader gespecificeerd ritme. Hij wil niet vertellen wat wij eigenlijk herdenken of waar hij het over heeft. Meeslepend wil het niet worden, zelfs niet als een - op zwembroek met rinkelmunten en glimmend gouden roetkap over het hoofd na - naakte man live komt buikdansen met een pubermeisje op het beeldscherm. Is Rinkelmans ook degene die tot twee keer toe Hamids betoog telefonisch onderbrak? En waarom legde de kunstenaar zijn telefoon demonstratief op tafel en vroeg hij vlak voor het Grote Rinkelen of het publiek zijn gsm’s uit wilde doen? Ha, een hoax, dus! De gemaskerde ontmaskerd!
Als professioneel mediawatcher ben ik zo achterdochtig geworden, dat ik niets meer geloof, zeker als het spontaan moet ogen. Dat is misschien niet de meest wenselijke benadering van grensverleggende kunstuitingen, maar ook het geloof in Sinterklaas en God de Vader laat zich niet zo gemakkelijk meer herstellen. Waarom reageerde Christopher Kirkley, skypend uit de VS van A, op geen enkele vraag die hem werd gesteld, en stak hij onverstoorbaar van wal met een op zich verdienstelijke lezing met lichtbeelden over virtueel design in West-Afrika? Wilde hij zich niet laten afleiden? Of startte hij gewoon een voor dit soort doeleinden vervaardigd videobestandje met een standaardcollege?
En dat taartpuntdiagram met seksuele voorkeuren van Amsterdamse vrouwen (40 procent ‘bicurious’ ) dat columniste Renske de Greef ons voorschotelde bij haar businessplan voor de lesbische sauna Octopussy, is dat werkelijk gebaseerd op onderzoek van de Universiteit van Idaho? Zo niet, dan moet ik er toch nog erg om lachen, als geslaagde satire op wetenschappelijke bewijsvoering. Ik wens Octopussy alle succes, maar vrees dat er weinig animo is onder vrouwen voor anonieme encounters ‘achter de waterval’, en al helemaal niet in de relationeel nogal behoudende sfeer van de 5 procent hardcore lesbo-taartpunt.
Nog meer wantrouwen: zijn die bromtonen en aanzwellende ruispartijen in het soundscape van Mark Bain werkelijk afgeleid van opnamen die zijn microfoon maakte onder de redactionele middentafel van NRC Handelsblad? Zo ja, dan moet je iets van geluidswetten weten om het verband te kunnen leggen: intuïtief is het net zo helder als de patafysica, een leer die het grote wereldraadsel wil ontsluiten en waarvan Matthijs van Boxsel als ‘régent’ optreedt, zeg maar: lokale grootmeester met puntmuts en sterrenmantel. Het alles verklarende spiraalmodel van de patafysica, zo ontdekte Van Boxsel, blijkt de perfecte mal voor zijn universele Encyclopedie van de Domheid, waarvan het eerstkomende deel steeds opnieuw uitgesteld wordt. "Theoretische problemen", mompelde Matthijs vooraf aan het Lost & Found-diner. Desalniettemin was ook zijn voordracht over het Derde Halfrond van de Geest en de atlas van de stupiditeit effectief entertainment.
Dat geldt ook voor het van een papiertje voorgelezen, maar desondanks zeer vitale betoog dat Boudewijn Bollmann hield over zijn tot fysieke krantjes (Twisted Streets) gebundelde foto’s van daklozen. Bollmann zou zelf het liefst dakloze zijn, omdat hij met de directe omgangsvormen op straat beter uit de voeten kan dan met de meer gecodeerde mores in de bovenwereld. Hij beschouwt zijn foto’s als verslagen van een ontmoeting tussen twee mensen van wie er een toevallig een camera in zijn handen heeft. Maar ja, toeval bestaat niet. Toch?
Heb ik mij geamuseerd en spannende dingen gehoord en gezien? Jazeker. Geloof ik wat mij verteld werd? Lang niet altijd, maar dat doet er minder toe, als het om de schone kunsten gaat. Het duidelijkst werd dat in wat mij betreft de meest imposante bijdrage, de video The Camaguey Hustle van de Engelse Jacob Dwyer, artist in residence bij De Ateliers. Het werk bestaat uit een van de achterbank gedraaid verslag van een zoektocht naar een slaapplaats in de labyrintische Cubaanse havenstad Camaguey. Kleine handicap: enkele weken later nam Dwyer met een dronken kop in Louisiana nieuwe beelden op over de oude. Hij laat die beelden, van gieren boven hun prooi, nu zien met in ondertitels het verslag van het al even lugubere gebeuren in Cuba. Onze verbeelding doet de rest. Op zeker moment krijgen we zelfs de hervonden oorspronkelijke geluidsband te horen. Echt waar? Doet er niet toe.